“Maar van hormonen krijg je toch borstkanker..?!”
Deze aanname is gebaseerd op een wetenschappelijk onderzoek dat niet volgens de protocollen is uitgevoerd en waar verkeerde ongeldige conclusies uit zijn getrokken. Het gaat om het WHI (Women's Health Initiative) onderzoek, dat door het verkeerd interpreteren van tussentijdse resultaten voortijdig werd afgebroken en waarvan het verslag in 2002 rechtstreeks in de media werd gepresenteerd - zonder het vooraf te laten controleren door medische vakgenoten.
In dit onderzoek werden verschillende gezondheidsrisico’s opgesomd die zouden worden vergroot door hormoonsuppletie. De media pikten vooral het risico op borstkanker eruit. Zowel onderzoekers als journalisten haalden de begrippen ‘relatief risico’ en ‘absoluut risico’ door elkaar, waardoor krantenkoppen in chocoladeletters riepen: "hormonen geven 26% kans op borstkanker!”. Daardoor zijn vele vrouwen overal ter wereld abrupt gestopt met hun hormoonsuppletietherapie. Vrouwen en artsen werden angstig. Maar ondanks een wereldwijde stop op het gebruik van HST nam na 2002 het aantal borstkanker gevallen juist alleen maar toe! Als 25% van de borstkanker werkelijk zou zijn veroorzaakt door HST, en de hele wereld is ermee gestopt, dan is de verwachting dat het aantal borstkanker gevallen direct zal gaan afnemen. Maar dat gebeurde dus niet.
Men kwam er langzaam achter dat er fouten zaten in het onderzoek.
Het onderzoek vergeleek 2 groepen vrouwen - zoals het hoort; zonder dat de vrouwen of de artsen wisten in welke groep ze waren ingedeeld. Dit heet ‘dubbelblind' -:
A: een groep vrouwen die wel HST gebruikt. Dit is de onderzoeksgroep, en
B: een groep vrouwen die geen HST gebruikt. Dit is de controlegroep die ter vergelijking dient. Zij krijgen een placebo.
Maar de deelnemende vrouwen waren geen doorsnee groep dames, er is veel kritiek:
Specificatie van de medicijnen; duidelijk onderscheid ontbreekt
Bovenstaande informatie toont aan waarom je de uitkomsten van dat onderzoek niet kan gebruiken om iets te zeggen over de kans op borstkanker als je lichaamsidentieke (bio-identieke) hormonen gebruikt. Maar in de Nederlandse richtlijnen wordt nog steeds geen onderscheid gemaakt tussen synthetische of lichaamsidentieke hormonen als de risico’s opgesomd worden.
Je kunt de hormonen die gebruikt zijn in het WHI-onderzoek vergelijken met een snoepje met aardbeiensmaak en de hormonen die we nu gebruiken zijn echte aardbeien. Het feit dat we op dit moment conclusies over aardbeiensnoepjes projecteren op echte aardbeien getuigt van een gemankeerde blik en achterblijvende zorg voor vrouwen.
Wij willen dat er duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de hormonen die in het gemankeerde WHI-onderzoek zijn gebruikt en de lichaamseigen hormonen die we vandaag krijgen. Aardbeiensnoepjes en aardbeien zijn niet hetzelfde!
Dit verbaast ons het meest: Ondanks het feit dat Nederland uitsluitend conclusies wil overnemen van onderzoeken die in Nederland zijn uitgevoerd of zijn gereproduceerd (herhaald) als de bijsluiters zouden moeten worden aangepast, zijn alle waarschuwingen in de Nederlandse bijsluiters vandaag de dag nog steeds gebaseerd op dit achterhaalde, foutieve - buitenlandse - onderzoek! De bijsluiters van de huidige lichaamsidentieke hormonen hebben precies dezelfde waarschuwingen en lijst met risico’s als de verouderde of niet-lichaamsidentieke varianten. Waarom blijven deze grove aangetoonde - buitenlandse - fouten in de huidige bijsluiters ongecorrigeerd?
Het gevolg is namelijk dat dames die eindelijk de juiste medicatie ontvangen, deze angstig terzijde schuiven zodra ze de bijsluiter lezen!
Inmiddels hebben de eigen onderzoekers van dat WHI-onderzoek al meerdere malen hun onderzoek herzien, de data beter geïnterpreteerd, alle eerdere conclusies over genoemde risico's weerlegd en daarover ook gepubliceerd. Maar deze keer werden er geen grote krantenkoppen geschreven en zijn de correcties stilletjes doorgevoerd, waardoor niemand er aandacht aan geeft en het nieuws nauwelijks de krant heeft gehaald. De oude angst blijft hierdoor hardnekkig bestaan.
De nieuwste update dateert uit begin 2024.
Zie: https://www.instagram.com/p/C6cy_RMvTnz/?img_index=1
En als gevolg van dit gebrek aan kennis bij artsen wordt er dus nauwelijks onderzoek gedaan naar lichaamsidentieke hormonen... Dit systeem houdt zichzelf daarmee in stand.
De laatste inzichten laten een heel ander beeld zien: We weten nu dat bijvoorbeeld suppletie met alleen oestrogeen (lichaamseigen oestradiol) het basisrisico dat elke vrouw heeft op borstkanker verlaagt met 23% en de kans op overlijden door borstkanker wordt zelfs verlaagd met 40%. Alleen een behandeling waarbij ook progestageen (synthethisch progesteron) wordt gebruikt, laat een verhoging in de kans op borstkanker zien.
Bron van dit plaatje is de de PDF van Louise Newson hierboven.
Oncoloog Dr. Avrum Bluming, o.a. auteur van het boek 'Estrogen Matters' (revised), strijdt tegen deze nog steeds heersende misvatting en legt uit hoe het werkelijk zit.
Gebruik van de huidige lichaamseigen hormonen zijn borstneutraal, d.w.z. ze verhogen het standaard risico niet:
Het is goed te beseffen dat de overlevingskansen relatief hoog zijn bij vroege detectie en behandeling: na 5 jaar is 89% van de patiënten nog in leven, na 10 jaar nog 80%. De soort borstkanker en het stadium bepalen het individuele risico en dus ook de overlevingskans.
Er zijn meerdere factoren die het risico op het ontstaan van borstkanker vergroten, waarvan je een deel niet of nauwelijks kan beïnvloeden, zoals je leeftijd, waar je woont, je voorgaande gezondheid, je leeftijd tijdens je eerste menstruatie, genetische aanleg en nog veel meer. Maar wanneer je moeder, tante of zus borstkanker heeft gehad, betekent dat niet dat jij automatisch altijd een verhoogd risico hebt, dat kan alleen uit genetisch onderzoek blijken. In de VS is borstkanker in je omgeving GEEN indicatie om iemand geen HST voor te schrijven.
Door eenvoudige beoordeling van feiten kun je al concluderen dat de stelling dat je van hormonen borstkanker krijgt niet logisch is:
1. Als de stelling dat hormonen borstkanker zouden veroorzaken waar zou zijn, dan zou dat betekenen dat zwangere vrouwen die een tienvoudig level aan oestrogeen in hun bloed hebben, massaal borstkanker zouden moeten ontwikkelen: dit is niet het geval. Het is wel aangetoond dat voor vrouwen jonger dan 20 jaar en een zwangerschap doormaken - en dus een vroege piek van oestrogeen in hun lichaam krijgen - de kans op borstkanker 70% lager ligt dan bij de gemiddelde vrouw die pas na hun 20e levensjaar een eerste kind krijgen.
2. Als de stelling waar zou zijn dat hormonen borstkanker veroorzaken, dan zou na het WHI-onderzoek van 2002, en het gebruik van hormonen in de USA van 40% terugzakte naar 5%, ook het aantal gevallen van borstkanker drastisch moeten zijn afgenomen in de jaren erna. In werkelijkheid is het aantal gevallen van borstkanker - ondanks het feit dat vrouwen gestopt waren met hormoontherapie en dus ‘veilig’ zouden moeten zijn - gestegen in de jaren na 2002.
3. Als de stelling waar zou zijn dat hormonen borstkanker veroorzaken, dan zou een borstkankerdiagnose vooral voorkomen bij jonge vrouwen die hoge levels hormonen in hun bloed hebben. In werkelijkheid krijgen voornamelijk oudere vrouwen in de menopauze de diagnose borstkanker en bij deze vrouwen is het level hormonen in het bloed juist sterk afgenomen.
1 op de 7 van alle vrouwen (14,3%) krijgt ooit borstkanker, dit inclusief het aantal vrouwen dat een mogelijk voorstadium van borstkanker heeft (DCIS). Je leeftijd is van invloed op dit risico:
Je ziet dat de vrouwen in de eerste groep de leeftijd hebben waarbij normaal gesproken de niveaus van oestradiol, progesteron en testosteron beginnen te dalen (peri- en menopauze). De vrouwen in de tweede en derde groep hebben de menopauze al bereikt. In deze drie periodes is het beschermende effect van de eigen hormonen weggevallen. Als je jonger bent dan deze leeftijdscategorieën heb je een significant lagere kans op borstkanker.
Slechts 4,3% van alle vrouwen in Nederland in de leeftijdscategorie 45 tot 60 jaar gebruikt HST, waarbij niet wordt bijgehouden hoeveel vrouwen lichaamsidentieke producten gebruiken en hoeveel synthetische producten. Er wordt ook niet bijgehouden hoeveel borstkankerpatiënten op moment van diagnose HST gebruiken en zo ja, welke soort. We weten ook niet hoeveel vrouwen nog na hun 60e HST gebruiken. De Nederlandse richtlijnen gaan uit van uiterlijk starten vóór je 60e en na maximaal 5 jaar stoppen. Er is nooit langer dan 5 jaar onderzoek gedaan, waardoor het onbekend is of langer gebruik dan 5 jaar veilig of onveilig is. Voor de zekerheid wordt geconcludeerd (en verspreid) dat het onveilig is, dus dat daarna het risico op borstkanker toeneemt. De North American Menopause Society (NAMS) is al van deze maximale tijdsduur afgestapt, omdat het niet blijkt uit data-analyses dat na 5 jaar veilig gebruik dit verandert in onveilig gebruik.
Ook wanneer je zelf al eerder borstkanker heb doorgemaakt, is HST met lichaamseigen hormonen niet per definitie onmogelijk. Het hangt af van de kenmerken van jouw soort tumor, stadium, de behandelingen die je hebt gehad. In deze gevallen is vooraf overleg met de oncoloog noodzakelijk. In deze situatie lopen veel vrouwen aan tegen oncologen die vanuit hun eigen specialisatie alle risico’s compleet willen vermijden. Deze artsen adviseren om alle hormonen preventief te vermijden. Met het gevolg dat de vrouw weliswaar geen kanker heeft, maar ook geen leven…
Je kunt dit vergelijken met de volgende situatie: als je een brand hebt gehad in je keuken dan zou de brandweer je kunnen adviseren om de hele begane grond van je woning preventief onder water te zetten, want op deze manier kan er gegarandeerd geen brand meer ontstaan in de keuken. Maar als je hele woning onder water staat is ook meteen je woning onleefbaar geworden. Is dit dan een werkbaar advies?
Onderstaande factoren hebben eveneens invloed op het risico op borstkanker, maar deze kun je wel zelf beïnvloeden:
· Gewicht: menopauzale vrouwen met obesitas hebben 2x zoveel kans op borstkanker
· Alcohol drinken: 1 glas per dag verhoogt jouw risico op borstkanker met 10%
· Roken: roken tijdens de pubertijd verhoogt het latere risico tot wel 80%
· Bewegen: het advies is ongeveer 150 minuten per week matig intensief bewegen, zoals zwemmen, wandelen of fietsen. Ook krachttraining vanaf je 40e helpt je totale metabolisme en lichaam om sterker en gezonder de menopauze te bereiken.
· Een eerste zwangerschap vóór je 30e: dit verlaagt eveneens het risico op het krijgen van borstkanker. Voor je 20e is de kans op borstkanker zelfs 70% lager. Vrouwen die geen zwangerschap doormaken krijgen vaker borstkanker dan vrouwen die wel zwanger worden. Bij een zwangerschap vertienvoudigt het level oestrogeen in het bloed.
Bronnen:
- Kanker.nl
- Stichting Farmaceutische Kengetallen
- 'Hoe blijf ik gezond tijdens de menopauze?', Prof. dr. Herman Depypere
- Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, januari 2024, leermodule De Overgang